Beschikbaarheid van mineralen voor vee
Inhoudsopgave
Wat zijn de mineralenbehoeften van vee?
Mineralen en spoorelementen zijn essentiële elementen in (melk)veevoer. Het zijn stoffen die in het dierenlichaam nodig zijn voor allerlei levensprocessen en de opbouw van lichaamsweefsels zelf. Mineralen worden onderverdeeld in twee groepen, afhankelijk van hoeveel ze nodig hebben. Dit zijn macro-elementen en micro-elementen of sporenelementen. Macro-elementen zijn in grote hoeveelheden nodig en hun behoefte wordt uitgedrukt in grammen. Dit zijn: calcium (Ca), fosfor (P), magnesium (Mg), natrium (Na), kalium (K), chloor (Cl), zwavel (S) en mogelijk stikstof (N). Sporenelementen zijn alleen nodig in milligrammen tot microgrammen. Sporenelementen zijn onder andere ijzer (Fe), koper (Cu), kobalt (Co), mangaan (Mn), zink (Zn), jodium (I) en selenium (Se).
Rivaliteit of samenwerking tussen mineralen?
De juiste dosering van de verschillende elementen is erg belangrijk en vereist enige kennis. Om de mineralen- en vitamineopname van melkvee te kennen, moet je beginnen met het correct berekenen van het rantsoen, rekening houdend met mineralen en vitaminen. De bandbreedte tussen een tekort en een teveel aan sporenelementen is vaak smal, waardoor een teveel al snel een ballast voor het dier wordt.
Antagonisme tussen verschillende elementen betekent dat een teveel de opname van een ander element belemmert. We weten bijvoorbeeld dat een kopertekort kan worden veroorzaakt door een teveel aan sporenelementen (molybdeen, ijzer, zwavel en/of zink) in het rantsoen. Een teveel aan het spoorelement zink in het rantsoen kan de opname van andere spoorelementen in het rantsoen onderdrukken, met name koper.
Sommige elementen versterken op hun beurt weer andere elementen. Het spoorelement selenium is nodig om jodium te activeren in de schildklier, wat essentieel is voor de groei en melkproductie van vee. We weten ook dat vitamine E en selenium elkaar in veel processen versterken.
Hoe kunnen we de beschikbaarheid van spoorelementen optimaliseren?
De initiële adviezen voor spoorelementen zijn gebaseerd op levering in anorganische vorm. Daarnaast bevatten ze vaak veiligheidsmarges, soms tot 50% (CVB 2005, verschil tussen behoefte- en adviesnormen voor dieren m.b.t. mangaan). De vraag is of deze veiligheidsmarge het gewenste effect heeft. Als er weinig of geen antagonisme is, ontstaat er een extra belasting voor de koe.
Daarom worden bepaalde anorganische elementen vaak vervangen door een beter beschikbare bron van spoorelementen. Organisch gebonden spoorelementen hebben een hogere biologische beschikbaarheid dan mineralen. Ze worden daarom beter opgenomen in de bloedbaan van het dier.
Een derde bron zijn hydroxy spoorelementen. Deze hebben een sterke binding, wat het risico op antagonisme in de pens vermindert en ze beschermt tegen ongewenste interactie met pensmicroben.
Is bloedonderzoek bij vee nuttig?
Meten is weten! Bloed is de spiegel van onze koe!
In het geval van een probleem kan een bloedtest heel nuttig zijn om te controleren of we geen tekorten of overschotten hebben. Zelfs als de rantsoenen zeer correct zijn berekend, zijn er soms afwijkingen in de bloedwaarden omdat de opnamecapaciteit van bepaalde elementen afwijkt van de “berekende”.
Customix of mengsel van mineralen
Het is erg belangrijk om het voer aan te passen aan de behoeften van de koeien. Daarnaast worden boerderijen en kuddes steeds groter, waardoor arbeidsefficiëntie steeds belangrijker wordt. We werken vaak met extern personeel. In Customix wordt alles gemengd tot één mengsel, inclusief pensbuffers, aangepast aan de grootte van het bedrijf.
Sommige veehouders willen Customix optimaliseren voor hun bedrijf door middel van specifieke aandachtspunten (vruchtbaarheid, klauwproblemen, uierproblemen, etc.) en/of een jaarlijks bloedonderzoek. Voor het bloedonderzoek wordt een ‘pool’ (= mengmonster) gemaakt van 5 tot 10% van de koeien (vaak gekalfd tussen 6 en 10 weken oud). Dit geeft een zeer goed beeld van de mineralenstatus van de kudde.